Scaffolding  

Het Engelse woord Scaffolding heeft verschillende betekenissen: steiger, constructie, ondersteuning, basis, steigermateriaal (van Dale, 1998). In het onderwijs is het een didactisch begrip geworden en staat het voor een onderwijsfilosofie waarin ‘steigers’ worden gebouwd voor lerenden, om ze te helpen een stapje verder te komen. Als de lerende zelf verder kan, dan wordt de steiger weer afgebroken.

Er is niet één algemeen gebruikte definitie voor scaffolding (Beeker e.a. 2008).
De Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) hanteert de volgende omschrijving:
“Het repertoire aan didactisch handelen dat een docent/expert kan inzetten om een leerling/novice in staat te stellen uiteindelijk autonoom/zelfstandig een (taal)taak uit te voeren.” (Beeker, 2008, p. 8).
Deze definitie is heel breed. Ook op de site van Vernieuwenderwijs wordt een brede definitie gehanteerd: “Scaffolding is het aanpassen van je onderwijs zodat leerlingen op het juiste niveau worden ondersteund: zij krijgen voldoende ondersteuning om iets te doen, maar krijgen in toenemende mate meer zelfstandigheid om het zelf te doen”. (Peeters, 2019).

Niet overal wordt zo’n brede definitie gebruikt. In de genoemde publicatie van de SLO staat te lezen (Beeker, 2002, p. 7): “In 1976 beschreven Wood, Bruner en Ross scaffolding voor het eerst als het dialogisch proces waarbij één spreker de ander helpt, omdat die ander het alleen niet kan oplossen.”
Het belang van de dialoog in de ontwikkeling van het denken/leren zie je terug bij Leraar 24, waar scaffolding wordt uitgewerkt naar een vorm van individuele instructie: “Met scaffolding daag je een leerling uit om hardop te denken en zelf met antwoorden te komen. Deze vorm van instructie is maatwerk: leerlingen maken zelfstandig stappen om verder te komen met leren.” De docent werkt met een vast stappenplan om de te behalen doelen te bereiken.

Het idee van scaffolding sluit aan bij de ideeën van Vygotsky, een Russisch psycholoog en grondlegger van het begrip ‘zone van naaste ontwikkeling’. Hij ging ervan uit dat een kind dingen zelf kan (de actuele ontwikkeling), maar bij andere dingen hulp nodig heeft – de zone van de naaste ontwikkeling. De volwassenen ondersteunt in deze fase, totdat het kind het zelfstandig kan.

Gevonden publicaties op internet gaan over primair, voortgezet en beroepsonderwijs. De zoekopdracht ‘educatie en scaffolding’ levert geen hits op. Toch zijn aansluiting bij het niveau van de lerende volwassene, begeleiden naar zelfstandig leren en het gesprek tussen docent en lerende, om via hardop denken een stap verder te komen belangrijke pijlers in de didactiek van de volwasseneneducatie. Waarschijnlijk noemen educatiedocenten het geen ‘scaffolding’, maar doen ze het gewoon, en al jaren!

© volwassenenleren.nl (2022)

Referenties

Beker, A., Canton, J., Trimbos, B. (2008). Scaffolding. Technieken om MVT leerlingen hoger te laten reiken. Enschede: SLO.

NRO. (2022). Differentiatie in de klas: wat werkt? Retrieved: 3-11-2022. https://www.nro.nl/onderzoekprojecten/differentiatie-in-de-klas-wat-werkt/

Leraar24. (2022). Scaffolding daagt leerlingen uit tot zelfstandig leren. Retrieved: 03-11-2022. https://www.leraar24.nl/69986/scaffolding-daagt-leerlingen-uit-tot-zelfstandig-leren/

Peeters, W. (2019). 5 strategieën om te werken aan scaffolding. Vernieuwenderwijs. Retrieved: 03-11-2022. https://www.vernieuwenderwijs.nl/5-strategieen-om-te-werken-aan-scaffolding

Schrijfgroep LPTN. (2017). Ruimte voor nieuwe talenten. Keuzes rond nieuwkomers op de basisschool. Utrecht: PO-Raad (LPTN = Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers.)

Universiteit Utrecht. (2022). Wat is scaffolding? Retrieved: 03-11-2022. https://nt2.sites.uu.nl/achtergrond-en-verder-lezen/scaffolding/

Van Dale. (1998). Groot woordenboek Engels – Nederlands 3e druk. Utrecht – Antwerpen: van Dale Lexicografie.