Groeien als vrijwilliger: een zinvol leeraanbod voor volwassenen

Dagelijks zetten vrijwilligers over heel de wereld zich in om anderen te helpen, om mensen te ontmoeten, om zin te geven, om werkervaring op te doen, om een taal te oefenen, om te leren. Vrijwilligers geven en krijgen warmte, maken plezier en zoeken naar zingeving. Vrijwilliger zijn is mee bouwen aan een sterke en warme samenleving. In de regio Kempen wordt door Ligo – een organisatie voor volwasseneneducatie – de module ‘Groeien als vrijwilliger’ aangeboden, want niet voor iedereen is het doen van vrijwilligerswerk makkelijk of vanzelfsprekend. Onze Vlaamse collega’s, beiden werkzaam bij Ligo, vertellen ons waarom dit aanbod zinvol is en hoe dit aanbod eruitziet.

Het belang van vrijwilligerswerk

Vrijwilligerswerk rendeert voor de vrijwilliger zelf, de organisatie en de samenleving. Als vrijwilliger draag je bij tot het realiseren van een dienst of product. Je bent ‘nuttig’ en dat geeft een goed gevoel. Je ervaart ook het gevoel van ergens bij te horen. Door de hartelijke omgang met collega’s en klanten wordt het samenhorigheidsgevoel versterkt. We stellen vast dat het vertrouwen in anderen bij onze vrijwilligers groeit. Specifiek voor anderstalige vrijwilligers biedt het ook extra oefenkansen om Nederlands te praten buiten de klas in een levensechte context. Het biedt nieuwe leerkansen in het kader van onder andere spreekdurf, assertiviteit, samenwerken, initiatief nemen, plannen en organiseren.

Voor de organisatie zit de meerwaarde in de uitvoering van de taken maar veel meer nog in de groei op vlak van toegankelijkheid en inclusiviteit. De organisatie wordt een (nog) warmere plek waar iedereen zich thuis voelt. Onze vrijwilligers lopen ook over van motivatie en goesting. Deze positieve vibes hebben uiteraard ook een positief effect op de werksfeer. Vrijwilligerswerk maakt ook de samenleving warmer. Het gaat immers om oprecht en wederkerig geven en nemen. Iedereen wint.

Vrijwilligerswerk is echter niet voor iedereen even gemakkelijk. Zo stoten laaggeschoolde volwassenen op een aantal drempels. Denk hierbij aan moeilijkheden op vlak van organisatie en planning, samenwerken en communicatie. Specifiek voor anderstalige laaggeschoolden speelt ook vaak een taaldrempel. Ze spreken nog niet altijd heel goed Nederlands en daardoor durven ze vaak ook geen Nederlands te praten. Ook is er soms sprake van een negatieve perceptie om te starten met vrijwilligerswerk, omdat werken vaak gezien wordt als iets waarvoor je een financiële vergoeding krijgt. De module ‘Groeien als vrijwilliger’ maakt de drempels bespreekbaar en gaat samen met de cursisten en de organisaties aan de slag om ze te verlagen. Uiteraard zetten we ook in op het versterken van de basiscompetenties van de vrijwilligers. We gaan samen op pad voor een periode van 13 weken.

Een divers educatief aanbod vanuit Ligo Kempen

Ligo Kempen biedt opleidingen aan laaggeschoolde volwassenen om zich te versterken in basiscompetenties. Het gaat om taal, rekenen, digitale competenties, soft skills en maatschappijgeoriënteerde cursussen zoals rijbewijs, fietslessen en omgaan met je budget. Ligo Kempen investeert in samenwerkingen met partnerorganisaties (zoals lokale besturen, bedrijven en armoedeorganisaties) om de doelgroep nog meer en beter te kunnen bereiken. Samenwerken biedt ons de mogelijkheid om heel functioneel en geïntegreerd basiscompetenties van mensen te versterken.

Groeien als vrijwilliger door Ligo Kempen

Het aanbod ‘Groeien als vrijwilliger’ is ontstaan om de participatie van onze cursisten aan de maatschappij te vergroten. We merken dat cursisten nood hebben aan duurzame contacten in een Nederlandstalige context, een netwerk en een plaats om Nederlands te praten en te kunnen oefenen. Het is een leerkans om basiscompetenties te versterken in een functionele context via een geïntegreerde aanpak.

Het aanbod is er voor laaggeschoolde volwassenen. Voorlopig stromen voornamelijk anderstalige cursisten in, maar ook Nederlandstalige volwassenen kunnen deelnemen. De cursisten stromen door vanuit het eigen Ligo-aanbod, maar ook vanuit OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn). Daarnaast verwijst het lokale Agentschap voor Integratie en Inburgering laaggeschoolde inburgeraars door.

De kandidaat-cursisten worden steeds uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens het gesprek peilen we motivatie, leerbereidheid en jobvoorkeur. We bevragen ook de praktische kant: waar en wanneer kan je werken? Op basis van de gesprekken stellen we een groep van 10 à 12 cursisten samen en krijgen zij een waaier aangeboden van verschillende organisaties. Samen zoeken we naar de ideale match.

We bieden deze module ondertussen aan op 3 locaties: Turnhout, Geel en Mol. Het aanbod start, afhankelijk van de locatie, 1 à 2 keer per jaar op.

Eens de cursist deelneemt, stapt hij in een module van 40 uur verspreid over 13 weken. In week 1 bezoeken we samen de betrokken werkplaats. In week 2 doen we een groepsles met alle cursisten en in week 3 start het vrijwilligerswerk. De lesgever gaat dan wekelijks langs op de werkplaats om te horen hoe het gaat en om ondersteuning te bieden (zowel aan cursist als aan organisatie). In week 7 is er weer een groepsles. Hier bespreken de cursisten hoe alles verloopt en worden er veel ervaringen uitgewisseld. We bekijken ook samen de doelstellingen en werken met rollenspelen. Van week 8 tot week 12 gaan de cursisten terug aan de slag. In week 12 plannen we steeds een eindgesprek met de cursist, de lesgever en de werkbegeleider en in week 13 ronden we af met een laatste groepsles.

Een rugzak vol positieve ervaringen

We zetten, met deze module, in de eerste plaats in op het (verder) uitbouwen van het sociale netwerk van de cursisten. We stellen vast dat mensen heel erg genieten van het sociaal contact en het deel uitmaken van een groep (medecursisten en werkcollega’s). Het zich goed voelen in de organisatie waar ze tewerkgesteld worden, is hierbij heel belangrijk. We werken samen met organisaties die onze doelgroep (meer) willen bereiken, oog hebben voor een veilige werkomgeving en de tijd maken om onze cursisten te ondersteunen. Voorbeelden van dit type organisaties zijn woonzorgcentra, natuurgebied ‘De Liereman’, ‘Huis van het kind’ en ‘Bezoekerscentrum Klein Engelandhoeve’ (een centrum in het midden van de natuur waar je iets kan drinken, eten, logeren en boerderijdieren kan bezoeken).

Ook het versterken van de talige, sociale en beroepscompetenties van de vrijwilligers is een belangrijke doelstelling. Een veilige werkvloer is de ideale plaats om Nederlands te oefenen, aanvullend op het leren in de klascontext. Al het geleerde in de les, kan nu geoefend worden in een levensechte context. Maar het gaat verder dan taal. We stellen vast dat cursisten ook grote stappen zetten op het vlak van soft skills, zoals groeien in zelfvertrouwen, omgaan met verschillen, communiceren met elkaar, op tijd komen, verwittigen, kunnen samenwerken, digitale middelen gebruiken en zelfstandig werken.

Elke vrijwilliger gaat vooruit, botst of blijft staan en groeit verder. Zowel het groeien als het botsen vinden we interessant. Elke ‘bots’ is een leerkans, een oefenkans om iets opnieuw te proberen, om iets anders aan te pakken. Als vrijwilliger laadt elke cursist zijn rugzak vol met positieve ervaringen.

Profiel

De cursisten die deelnemen aan dit aanbod zijn zeer gemotiveerd. Ze hebben de zin en de mogelijkheden (vervoer, kinderopvang) om te starten met vrijwilligerswerk. Onze cursisten hebben een minimum taalniveau A1. Ook heel belangrijk is dat de kandidaten openstaan om bij te leren en bereid zijn om grenzen te verleggen.

De belangrijkste competenties waaraan we werken tijdens de module is (non-)verbale communicatie, samenwerking, omgaan met feedback, respectvol omgaan met anderen, initiatief nemen en organiseren en plannen.

3 sleutels tot succes

De grote voorwaarde tot succes van deze module is ‘vertrouwen’. In de eerste plaats het vertrouwen tussen cursist en lesgever, maar ook tussen de organisatie en de lesgever en uiteraard ook tussen de cursist en de organisatie. Er wordt sterk ingezet op de vertrouwensband tussen lesgever en cursist. Een ‘warme en duidelijke intake’ is hierbij van cruciaal belang. Ook het feit dat de module start met twee groepslessen met alle vrijwilligers samen, helpt om de vertrouwensband verder op te bouwen. We brengen cursisten met dezelfde doelen en veel gelijkaardige drempels samen. Zo voelen ze zich niet alleen met hun onzekerheden. De twee groepsmomenten focussen op het delen van ervaringen en het oefenen van sociale en communicatieve vaardigheden. Er wordt geoefend met ‘praktische’ dingen als: Hoe stel ik een hulpvraag? Hoe begroet ik klanten? Hoe maak ik een praatje met mijn collega? Ook specifieke woordenschat, gerelateerd aan de eigen werkplek, wordt aangebracht. Vanaf het derde lesmoment starten de cursisten op de werkvloer. Ook aan de vertrouwensband met de organisaties wordt hard gewerkt. Er zijn gesprekken voorafgaand aan de start van het traject om de verwachtingen voor iedereen helder te krijgen. Als de module loopt, is er ook wekelijks contact met de organisatie ter opvolging. Er is altijd ruimte om vragen te stellen en bezorgdheden te uiten.

Een ‘warme en kwaliteitsvolle individuele begeleiding’ is de tweede succesfactor van de module. Elke cursist wordt vanaf de eerste dag vrijwilligerswerk ondersteund door de lesgever. Een bekend gezicht waar ze terecht kunnen met vragen is, zeker tijdens de opstart, waar alles (taken, collega’s, omgeving) nieuw is, ontzettend belangrijk. De lesgever blijft de cursist wekelijks of tweewekelijks ondersteunen afhankelijk van de noden. We kiezen ook voor samenwerkingen waar een goede opvolging gegarandeerd wordt. We zijn de organisaties ook erg dankbaar dat zij onze cursisten deze kansen bieden en dit met hart en ziel doen. Voor de organisaties zelf zijn onze vrijwilligers een grote hulp bij de uitvoering van de taken. De appreciatie naar onze vrijwilligers toe is dan ook groot.

De derde sleutel tot succes is het ‘inzetten op reflecterend vermogen’ van de cursisten. We doen dit zowel in de groep als individueel. Halfweg de module komen we nog een keer met de groep samen. We vertellen hier aan elkaar hoe alles loopt: Wat gaat goed? Wat is moeilijk? Hoe ga je om met kritiek? Wat als je iets niet durft te zeggen? Het delen van levensechte ervaringen in de groep creëert grote leerkansen voor de cursisten. We bespreken samen hoe je met bepaalde situaties kan omgaan. We nemen er ook de doelstellingen van de module bij en cursisten bekijken voor zichzelf wat er goed gaat en waar nog ruimte is voor groei.

Op het einde van het project sluiten we feestelijk af met een klassikale bijeenkomst. We houden ook een eindgesprek met de vrijwilliger, de begeleider van de organisatie en de lesgever. Essentieel is dat we benoemen waar het goed gaat en bekijken waar nog groeimogelijkheden zitten. Ook leggen we de link naar vrijwilligerswerk of opleiding of werk in de toekomst en geven we handvatten mee om de slaagkansen te vergroten. We stellen vast dat al een aantal cursisten hun vrijwilligerswerk na de module verderzetten bij de organisatie waar ze gestart zijn of bij een andere organisatie. Ze hebben de smaak te pakken!

Een win-win-win!

We merken dat het zelfvertrouwen van vrijwilligers groeit. Ze genieten van het sociaal contact en de oefenkansen Nederlands. Het leerproces verloopt heel naturel. Cursisten voelen zich welkom, ze maken plezier en voelen zich nuttig. Deze drie dingen vinden zij zelf de grootste meerwaarde van de module.

Deze module biedt echter niet alleen een win voor de cursist. Ook de deelnemende organisaties zijn heel enthousiast. Via deze module bereiken ze een doelgroep die vaak (nog) niet tot bij hen komt. Ook maken cursisten en lesgevers drempels zichtbaar. Deze drempels vertalen we samen in tips en tricks zodat de organisaties (nog) toegankelijker worden.

En wij zijn op onze beurt heel tevreden dat we op een heel functionele en geïntegreerde manier kunnen werken aan geletterdheidscompetenties van een hele kwetsbare doelgroep. We versterken onze cursisten en bouwen krachtige, duurzame samenwerkingen op met lokale partners.

© volwassenenleren.nl (2025)

Lies Van den Eynde studeerde sociaal-cultureel werk aan het Hoger Instituut der Kempen in Geel en volgde de lerarenopleiding. Ze werkte als armoedemedewerker bij het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) Turnhout, deed daarna zelf ervaring op als vrijwilliger in het buitenland en startte in 2002 met de eerste job in het lesgeven aan anderstalige volwassenen bij PAM (Project Alfabetisering Migrantenvrouwen) in Antwerpen, later onderdeel van Ligo Antwerpen. In 2007 maakte ze de overstap naar Ligo Kempen, waar ze tot op heden Nederlands en maatschappijgerichte oriëntatie aan volwassenen geeft. Ze is een van de lesgevers van ‘Groeien als vrijwilliger’.

“Levenslang leren zit voor mij in kleine en grote dingen. Leren uit zowel kennis als ervaringen. Het is nieuwsgierig zijn en de nodige kansen krijgen en de ruimte hebben om ze te grijpen. Leren is groeien.”

Carolien Fuchs studeerde af als master politicologie aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Daarna behaalde ze het diploma van de academische lerarenopleiding aan dezelfde universiteit. Ze werkte als lerarenopleider en beleidsmedewerker bij het Centrum voor Volwassenenonderwijs Edukempen en als pedagogisch ondersteuner en coördinator pedagogische ondersteuning bij het Vlaams Ondersteuningscentrum voor Volwassenenonderwijs (Vocvo). Nu werkt Carolien als beleidsmedewerker van Ligo Kempen waar ze instaat voor het opzetten van samenwerkingen met bedrijven en het uitbouwen van partnerschappen teneinde het opleidingsaanbod voor laaggeletterde volwassenen verder te ontwikkelen.

“Levenslang leren is niet alleen de sleutel tot kennis, maar ook tot het ontdekken van nieuwe mogelijkheden en het realiseren van persoonlijke groei. Essentieel is dat zowel informeel, non-formeel als formeel leren bereikbaar en toegankelijk is voor iedereen. De samenleving heeft als opdracht elke drempel, die leren in de wegstaat, weg te werken.”