Digitaal vaardig: Zelfredzamer met emanciperende technologie

Er worden steeds meer en steeds andere eisen gesteld aan de digitale vaardigheid van burgers: nieuwe programma’s, nieuwe apparatuur, steeds meer digitale informatie en digitale communicatie. Burgers moeten het zich steeds weer eigen maken. Dit gebeurt vaak informeel, met hulp van familie, een buurman, tips van vrienden. Voor laag digitaal vaardige burgers is het lastig om deze veranderingen bij te houden. Hun zelfredzaamheid neemt af, als zij niet mee kunnen in de ontwikkelingen. Er zit ook een andere kant aan. Ben Vaske stelt dat technologische ontwikkelingen zeker kunnen bijdragen aan zelfredzaamheid van mensen. Digitale vaardigheden van burgers uitbreiden is één. Technologie ontwikkelen en inzetten met het doel zelfredzaamheid te bevorderen is twee!

Cijfers

In Europa heeft 19% van de inwoners geen digitale vaardigheden en 44% heeft onvoldoende digitale vaardigheden (2016). 14% heeft nooit internet gebruikt (European Commission, 2017). Maar let wel: Nederland behoort tot de landen waar het grootste deel van de bevolking regelmatig internet gebruikt! Circa 4% gebruikt internet helemaal niet. In 2016 constateerde de Werkgroep Digitale Economie dat er 1,9 miljoen mensen zijn met geen of weinig computerervaring, die onvoldoende in staat zijn zelfstandig digitale informatie te verzamelen en te verwerken. Het CBS berekende in 2017 dat er 1 miljoen mensen in de leeftijd van 45 jaar en ouder zijn die nooit of meer dan een jaar geleden internet hebben gebruikt.

Het kabinet Rutte-II stelde het overheidsbrede programma Digitaal 2017 op. Uiterlijk in 2017 zouden ondernemers en burgers de zaken die ze met de overheid doen digitaal kunnen afhandelen. Hoewel dit programma behoorlijk wat heeft bereikt, had het meer kunnen bereiken (Schoneveld et al., 2018). In het rapport ‘Hoezo MijnOverheid?’ over knelpunten voor burgers bij Mijn Overheid/de Berichtenbox constateerde de nationale ombudsman dat een grote groep gebruikers niet uit de voeten kan met de Berichtenbox. Een van de constateringen van het rapport is dat het van belang is om de verschillende groepen gebruikers en hun behoeften te onderscheiden en daar Mijn Overheid/de Berichtenbox op af te stemmen (De Nationale Ombudsman, 2017).

Sleutelvaardigheden

Digitale vaardigheden zijn de nieuwe sleutelvaardigheden ten opzichte van bijvoorbeeld de traditionele taal- en rekenbenadering. Ze zijn een springplank naar andere domeinen als gezondheid, werk, opvoeding en geld, waarop ook meer en meer digitaal gebeurt. De toegang tot informatie is nog nooit zo groot geweest. Toch weten grote groepen mensen niet hoe zij bij die informatie kunnen komen. Simpelweg omdat de vaardigheden ontbreken om van digitale middelen gebruik te maken.
Digitalisering veranderde de afgelopen tien jaar ons dagelijks leven, arbeid en werkgelegenheid, de wetenschap, bedrijvigheid, veiligheid en onze democratie. En de grootste veranderingen moeten nog komen.

De term digitale vaardigheden verwijst naar een reeks verschillende vaardigheden en een reeks verschillende en evoluerende concepten. Er is sprake van een continuüm van digitale vaardigheden (UNESCO, 2017). Digitale vaardigheden zijn niet statisch, maar veranderen snel als gevolg van technologische vernieuwingen en bewegen mee met de ontwikkelingen. De mensen dienen daarom meegenomen te worden in deze veranderende en steeds digitaler wordende wereld.(1) Leren zou dan ook veel centraler gepositioneerd moeten worden in de levens van mensen: een leven lang leren.

In Nederland wordt gelukkig meer en meer ingezet op trainingen digitale vaardigheden voor mensen die deze vaardigheden ontberen of onvoldoende hebben, zoals ouderen, laagopgeleiden en kwetsbare groepen. Het gaat om veel mensen. Juist voor hen is het vaak te hoog gegrepen om zelfredzaam te zijn (WRR, 2017). In de recente Agenda Digitale Overheid (NL DIGIbeter) is hier aandacht voor onder de noemer: ‘Toegankelijk, begrijpelijk en voor iedereen’ (NL DIGIBeter, 2018).

Het is mooi om te zien dat bijvoorbeeld bibliotheken hierbij een belangrijke rol vervullen. Bibliotheken bieden diverse cursussen digitale vaardigheden aan, vooral ook gericht op het aanleren van basisvaardigheden.

Een technisch zetje

Er zijn twee lijnen waarlangs zelfredzaamheid bevorderd kan worden. De eerste lijn is mensen de mogelijkheden bieden om te blijven leren om mee te kunnen in de nieuwe ontwikkelingen. Een tweede lijn is technologie meer inzetten als hulpmiddel bij meer zelfstandigheid. Het mooie van digitale technologie is namelijk dat die ook ingezet kan worden om mensen te ondersteunen. De Smart Industry Implementatieagenda 2018-2021 heeft het in dit geval over mensgerichte technologie (Smart Industry, 2018). Juist voor mensen die moeite hebben om zelfstandig zaken aan te pakken, kan technologie zaken met en voor hen oplossen.

Neem als voorbeeld het domein gezondheidszorg. De gezondheidszorg digitaliseert en er zijn inmiddels honderdduizenden gezondheidssites en apps. Zo ondersteunt een virtuele verpleegkundige Molly hartpatiënten thuis. Molly leert patiënten om hun eigen gezondheid te verbeteren en in de gaten te houden met als doel het terugdringen van het aantal ziekenhuisbezoeken. Patiënten die in de pilot hebben meegedaan waren positief. Molly werd niet alleen gezien als informatieverschaffer, maar als iemand met wie je kunt praten (NOS, 2018). Ze blijkt dus een handige hulp. Molly wordt doorontwikkeld tot een virtuele zorgverlener met kunstmatige intelligentie, zodat patiënten een groot deel van de zorg zelf kunnen gaan doen.
In dit voorbeeld neemt techniek die vaardigheden, die mensen niet onder de knie hebben, over en komen mensen toch zelf in beweging. Digitale toepassingen zijn krachtige hulpmiddelen om mensen een zetje te geven. En dat kan op talloze levensdomeinen en bij talloze vaardigheden.

Anne Heinsbroek, directeur van de Voorleesexpress, vraagt zich af waarom we mensen aanspreken op hun tekortkomingen in plaats van ze tools aan te reiken waarmee ze de vaardigheden die ze al in huis hebben beter kunnen benutten. Als voorbeeld van de inzet van een digitale tool noemt ze WhatsApp dat ook een middel is om te communiceren via spraakberichtjes en emoji’s als je de taal niet goed beheerst (Heinsbroek, 2018). En waarom geen app om mensen te helpen met de werkwoordspelling t of d? Geen stampwerk meer om het – voor velen tevergeefs – onder de knie te krijgen.(2) Zo simpel kan het zijn! Met inzet van technologie, die mensen oplossingen biedt waar zij behoefte aan hebben, kunnen we echt veel meer mensen bereiken dan nu gebeurt: zelfredzaamheid dankzij technologie!

Terug naar de cijfers

Dan tot slot toch nog even terug naar de cijfers. Eerder werden ouderen, laagopgeleiden en kwetsbare groepen genoemd. Maar wat zeggen deze categorieën? Binnen deze groepen bestaan er zo veel verschillen, dat het noodzakelijk is om verder te differentiëren. Alleen dan komen we te weten wat mensen in potentie al kunnen en nog nodig hebben. Van de eerder genoemde 1 miljoen mensen van 12 jaar en ouder die nooit of meer dan een jaar geleden internet hebben gebruikt, is 53% laagopgeleid, heeft 37% een migratieachtergrond, behoort 7% tot de niet-werkzame beroepsbevolking en is 77% ouder dan 65 jaar (Schoneveld et al., 2018). Zij hebben allemaal behoefte aan eigen aanbod.

Wellicht is een en ander wel wat positiever dan wordt gedacht. Niet iedereen heeft per sé een cursus nodig of een zetje van de technologie. Uit onderzoek van de gemeente Utrecht in 2015 blijkt dat veel mensen digitaal vaardiger worden, omdat zij informele hulp krijgen bij digitale handelingen. De helft van de Utrechters helpt wel eens bij internetgebruik en de meeste mensen lossen problemen met internet zelf op door in hun netwerk aan vrienden, familie of kennissen hulp te vragen (Gemeente Utrecht, 2015). Van belang is dat het gesprek wordt aangegaan met de leerders zelf. Bij voorkeur op lokaal niveau om te weten wat er speelt in het dagelijks leven, om te zien om welk aanbod het zou moeten gaan en hoe nieuwe producten en diensten hen kunnen helpen hun kennis en vaardigheden te verbeteren.(3)

Uitgangspunt moet zijn wat mensen kunnen en hoe technologie hen kan helpen bij te blijven in een veranderende digitale wereld zonder dat daarvoor cursussen, certificaten en diploma’s nodig zijn. Oftewel volwasseneneducatie nieuwe stijl?
Digitale tools kunnen gebruikt worden om mensen hun eigen condities te helpen managen en hun sociale netwerk te betrekken. In een artikel in De Groene Amsterdammer wordt gesproken over emanciperende appjes om de mismatch tussen individu en systeem te overbruggen (Hilhorst et al., 2018). De oproep van de auteurs voor het in het leven roepen van een Emancipatie Technologie Fonds is volledig terecht.

© volwassenenleren.nl (2018)

Ben Vaske is directeur van Stichting Expertisecentrum Oefenen.nl. Hij is aanjager van nieuwe initiatieven en innovaties. Hij is ook ambassadeur voor Nederland voor EPALE, het elektronisch platform voor volwasseneneducatie in Europa. Hij publiceert over online leren en laagopgeleiden.

“Volwassenen kunnen heel goed aangeven wat ze willen. Wij – ontwikkelaars – moeten ons daarnaar voegen.”

Voetnoten

1. Denk bij vaardigheden voor de toekomst bijvoorbeeld aan waar het gaat om werk zoeken in een veranderende arbeidsmarkt (geen vaste contracten, gevolgen ‘robotisering’), of het digitaal omgaan met belastingen of online stemmen, om mensen vaardig te maken en te houden in een wereld van het ‘internet of things’.
2. Oefenen.nl komt in september met een app hiervoor.
3. Een voorbeeld lijkt de inwonercloud van Woerden die de gemeente met burgers en professionals heeft ontwikkeld om de eigen kracht en zelfredzaamheid van haar inwoners te stimuleren. In de basis bestaat deze cloud uit negen apps.

Referenties

De Nationale Ombudsman. (2017).“Hoezo MIJNoverheid?”, Onderzoek naar knelpunten voor burgers bij MijnOverheid / de Berichtenbox. Den Haag: Bureau Nationale Ombudsman.

European Commission. (2017). Europe’s Digital Progress Report 2017, Commission Staff Working Document. Brussel: European Commission.

Gemeente Utrecht. (2015). Utrechters digivaardig? Analyse van de digitale participatie van Utrechters. Utrecht: Gemeente Utrecht, 2015.

Heinsbroek, A. (2018). Moet je goed kunnen lezen en schrijven om mee te doen in de samenleving’. Retrieved: 07-09-2018. <https://www.linkedin.com/pulse/moet-je-goed-kunnen-lezen-en-schrijven-om-mee-te-doen-anne-heinsbroek/>.

Hilhorst, S., Hilhorst, P. & Kruiter, A.J. ‘Emanciperende appjes, Niet op het logo drukken’. In: De Groene Amsterdammer Jaargang 142, 17 mei 2018, nr. 20-21, p. 28-31. (Als praktisch voorbeeld wordt de app GoOV genoemd, een app om zelfstandig te kunnen reizen.)

NL DIGIbeter. (2018). Agenda Digitale Overheid. Schiedam: Digibeter. (Vanuit de samenleving is hier al langer aandacht voor. O.a. VNO/NCW, de ANWB, de Digicommissaris, PostNL, LTO, TNO, Thuiswinkel.org hebben in 2017 het manifest ‘Samen naar een duurzame digitale samenleving’ ondertekend: https://www.tno.nl/media/8622/manifest_samen_naar_een_duurzame_digitale_samenleving.pdf.)

NOS. (2018). Virtuele verpleegkundige blijkt handige hulp voor hartpatiënten. Retrieved: 07-09-2018. <https://nos.nl/artikel/2230690-virtuele-verpleegkundige-blijkt-handige-hulp-voor-hartpatienten.html >.

Schoneveld, D.J., van Veller, P., Keijzer, B., et al. (2018). Evaluatie programma Digitaal 2017. Eindrapport. Utrecht: Berenschot.

Smart Industry. (2018). Smart Industry heeft als ambitie dat Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitaal verbonden productienetwerk van Europa heeft. Retrieved: 07-09-2018. <www.smartindustry.nl >.

UNESCO. (2017). Working Group of Education: Digital skills for life and work. Paris: UNESCO.

WRR. (2017). Weten is nog geen doen, Een realistisch perspectief op zelfredzaamheid. Den Haag: WRR. (Zie ook Jaarverslag Nationale ombudsman 2016.)