Pratt (1998) onderscheidt vijf elementen in ieder leerproces:
- Inhoud
- Context
- Lerenden
- Begeleider
- Idealen
Deze vijf elementen zijn altijd aanwezig en hebben een relatie tot elkaar (zie figuur 1).
Figuur 1: Begeleidingsmodel gebaseerd op de vijf elementen van Pratt (1998)
De begeleiders van lerende volwassenen kunnen in de begeleiding één element meer op de voorgrond plaatsen dan de andere elementen. Zo ontstaan er vijf perspectieven:
- Transmissieperspectief: De overdracht van inhoud staat centraal.
- Praktijkleerperspectief: Het leren in de bestaande context staat centraal.
- Ontwikkelingsperspectief: De lerende staat centraal met het oog op het oplossen van problemen en het aanleren van andere denkwijzen.
- Verzorgingsperspectief: De vertrouwensrelatie tussen de begeleider ten opzichte van de lerende volwassene staat centraal.
- Emancipatorisch perspectief: Gedreven door idealen wordt een leerproces in gang gezet met als ambitie, dat het iets bijdraagt aan het collectief (de samenleving).
Het ene perspectief is niet beter dan het andere, maar het wordt gekozen op basis van het leerdoel of de leerbehoeften van de volwassenen. Voor volwassenen die na een lange tijd weer gaan leren, is het belangrijk dat ze eerst op hun gemak worden gesteld. Het opbouwen van een vertrouwensband, het verzorgingsperspectief, ligt dan voor de hand. Maar als op het werk nieuwe vaardigheden eigen gemaakt moeten worden om bijvoorbeeld met nieuwe apparatuur te kunnen werken, is de keuze voor het transmissieperspectief de juiste. Het coachen van volwassenen om hun houding in bepaalde situaties (werk of privé) te verbeteren vraagt om het praktijkleerperspectief. Een begeleider die zich bewust is van het bestaan van deze vijf perspectieven en deze kan afstemmen op het doel van het leertraject en de behoeften van de lerende, vergroot de impact van het leren.
© volwassenenleren.nl (2017)
Referenties
Pratt, D. D. (1998). Five perspectives on teaching in adult and higher education. Malabar, Florida: Krieger Publishing Company.