“Geef de leerlingen wat te doen, niet iets te leren: en als het doen van dien aard is dat het denken vergt, dan volgt het leren vanzelf.”
John Dewey (1859-1952) ontwikkelde zich van verlegen kruidenierszoon tot de belangrijkste Amerikaanse pedagoog en filosoof van de twintigste eeuw. Leren is volgens Dewey een sociaal proces van ervaring, interactie en participatie. Onderwijs en actief burgerschap zijn daarom onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dewey reisde de hele wereld af om zijn toen revolutionaire gedachtegoed uit te dragen. Op zijn negentigste verjaardag in 1949 zond minister-president Willem Drees hem een felicitatiebrief met de volgende woorden: “Ik kan u verzekeren dat uw belangrijke werk op het gebied van filosofie en onderwijs in Nederland zeer bekend is en hogelijkst wordt gewaardeerd. Zonder twijfel heeft het een sterke impuls gegeven aan het streven naar vernieuwing van ons onderwijssysteem en aan de formulering van principes voor een solide democratie.”
Lab School en Hull House
Toen Dewey werkzaam was aan de Universiteit van Chicago richtte hij samen met zijn vrouw de zogeheten Lab School op (1). Dit was een proefschool waar ‘drill and practice’ en de opsplitsing van de leerinhoud in vakken was vervangen door het werken aan projecten. Het adagium was actief onderzoeken, ontdekken en samenwerken, zowel binnen als buiten de school, waarbij de kinderen niet alleen met hun hoofd, maar ook met hun handen bezig waren. Het leren moest aansluiten bij hun belevingswereld en gaan om het oplossen van realistische problemen. Het was aan de school om een uitdagende leeromgeving te creëren met de docent in de rol van regisseur en bemiddelaar. Zijn experiment geldt als één van de meest sprekende voorbeelden van de reformpedagogiek (waaronder het Freinet-, Montessori-, Dalton- en Jenaplan-onderwijs).
In Chicago was Dewey tevens als bestuurder en docent verbonden aan het Hull House, waar de werkende klasse, vooral migranten uit Zuid- en Oost-Europa, terecht kon voor scholing (2). Het ervaringsleren sloeg ook daar aan, want de volwassen bezoekers hadden niet alleen veel ervaring, maar vooral acute problemen die om oplossing vroegen.
Participatieve democratie
Democratie was voor Dewey het hoogste goed, of zoals hij zelf zei: “Democracy and the one, ultimate, ethical ideal of humanity are to my mind synonymous”. Het onderwijs moest iedereen in staat stellen om als burger volwaardig te participeren in de samenleving. Het democratisch bestel kon volgens Dewey alleen naar behoren functioneren bij de gratie van mondige, goed geïnformeerde en zelfstandig denkende burgers. Hij was pleitbezorger van de participatieve democratie waarin de burgers door inspraak, medezeggenschap en initiatief van onderop, rechtstreeks invloed hebben op de politieke besluitvorming. Naar zijn opvatting was deze ‘radicale’ vorm van democratie de beste weg tot sociale verbetering.
De school als maatschappelijk bindmiddel
Tijdens zijn leven maakten de Verenigde Staten een stormachtige ontwikkeling door van een jonge premoderne staat tot een industriële wereldmacht. Dewey maakte zich bezorgd over de teloorgang van het rurale en kleinsteedse Amerika. Onderwijs moest volgens Dewey de desintegratie van de oude samenlevingsverbanden compenseren door een veilige ontmoetingsplek te zijn voor de diverse bevolkingsgroepen en generaties. De school diende als centrum van het gemeenschapsleven het nieuwe maatschappelijke bindmiddel te zijn, of anders gezegd, de school moest het kloppend hart worden van de zogeheten ‘civil society’.
Iedereen doet mee
In deze tijd van een toenemende maatschappelijke tweedeling, onderwijssegregatie, culturele verdeeldheid, populisme en echokamers op internet, is de boodschap van Dewey over onderwijs en burgerschap misschien wel urgenter dan ooit. Zijn stem klinkt in ieder geval nog altijd door in de huidige discussies over onderwijsvernieuwing, of het nu gaat over burgerschapsvorming, 21e -eeuwse vaardigheden, het nieuwe leren of een leven lang leren. Tegenwoordig spreken we in Nederland van de participatiesamenleving, met daarbij als motto ‘Iedereen doet mee’. Dewey had het zelf gezegd kunnen hebben.
© volwassenenleren.nl (2017)
Thomas Bersee is adviseur basisvaardigheden bij ProBiblio, een Provinciale Ondersteuningsinstelling voor bibliotheken in Noord-en Zuid-Holland.
Noten
(1) Chicago Lab School: De Lab School van Dewey in Chicago bestaat nog steeds. Zie voor de website http://www.ucls.uchicago.edu. Lab is een afkorting van ‘laboratorium’. Deze term slaat niet op het pedagogisch experiment op de kinderen, maar op hun experimentele manier van leren.
(2) Hull House: Het Hull House heeft voortbestaan tot 2012. Inmiddels is het een museum. Zie voor de website http://www.hullhousemuseum.org.
Referenties
Berding, J. (2011). John Dewey over opvoeding, onderwijs en burgerschap: een keuze uit zijn werk. Amsterdam: Uitgeverij SWP
Berding, J. (2016). Ik ben ook een mens: Opvoeding en onderwijs aan de hand van Korczak, Dewey en Arendt. Culemborg: Uitgeverij Phronese
Logister, L. (2005). John Dewey: Een inleiding tot zijn filosofie. Eindhoven: Uitgeverij Damon
Enkele belangrijke werken van John Dewey
My Pedagogic Creed (1897)
The School and Society (1900)
Democracy and Education (1916)
Experience and Education (1938)
Zie het Gutenberg-project voor een digitale versie van bovenstaande werken: http://www.gutenberg.org/ebooks/author/446.
Enkele belangrijke websites over John Dewey
Center for Dewey Studies: http://deweycenter.siu.edu/index.php
John Dewey, American Pragmatist: http://dewey.pragmatism.org
John Dewey Society: http://www.johndeweysociety.org