21ste-eeuwse vaardigheden: meer dan vaardigheden alleen

In dit artikel staan de 21ste-eeuwse vaardigheden centraal. Pieter Baay en Joeri Baarda gaan in op de aanleiding om – opnieuw – na te denken over de vaardigheden die nodig zijn voor een passende loopbaan en om op een volwassen manier in de wereld te staan. De wereld verandert, dat is een gegeven.

Hoe iemand zich daarin beweegt, is – deels – een keuze waar 21ste-eeuwse vaardigheden een grote rol bij spelen. De 21ste-eeuwse vaardigheden zijn het onderwerp van dit artikel. Deze vaardigheden worden onontbeerlijk geacht om niet alleen bij te blijven, maar ook een bijdrage te leveren aan de steeds veranderende samenleving en arbeidsmarkt. Maar over welke vaardigheden praten we dan? Waarom zijn ze belangrijk en zijn ze te leren?

Voorbij de semantiek

21ste-eeuwse vaardigheden zijn niet 21ste-eeuws en het zijn geen vaardigheden. We kunnen maar beter direct voorbij de semantiek, want op het begrip valt veel aan te merken. Kritisch denken is zo oud als de Griekse oudheid en ook communiceren en samenwerken zijn al eeuwenlang cruciale begrippen. Ook doet de focus op vaardigheden geen recht aan de complexiteit van deze aspecten; het gaat om de inzet van een combinatie van kennis, houding, kunde, waarden en normen. De relevantie van het gedachtegoed rond 21ste-eeuwse vaardigheden zit dus niet in de terminologie, maar in het achterliggende: een veranderende samenleving en arbeidsmarkt waarin individuen hun weg vinden en zichzelf vormen.

Veranderende samenleving en arbeidsmarkt

Het onderwijs draagt eraan bij om studenten zo goed mogelijk voor te bereiden op hun rol in de samenleving van de toekomst. Maar hoe ziet deze toekomst eruit? Aannemelijk is dat een aantal trends in de samenleving en op de arbeidsmarkt impact zullen hebben (Rotmans, 2014; SER, 2015; WEF, 2016; WRR, 2013):

Technologisering
Productie wordt geautomatiseerd, administratie verdwijnt en robots zullen menselijke arbeid vervangen of aanvullen (Frey & Osborne, 2013, 2017).

Digitalisering (medialisering)
(Technologische) ontwikkelingen zorgen ervoor dat de maatschappij ‘digitaliseert’. De overheid digitaliseert met informatievoorziening en dienstverlening aan burgers, zoals online belastingaangifte en het aanvragen van toeslagen. Medialisering zorgt voor een toenemende verspreiding van informatie, en veranderende omgangsvormen en verhoudingen. Zie ook de film The Social Dilemma (Netflix, 2020). 


The social dilemma (Netflix, 2020)
Deze documentaire neemt je in anderhalf uur mee in de invloed van sociale media op onze samenleving met als oorsprong het verdienmodel van de grote bedrijven, zoals Google en Facebook. De producenten beschrijven het zelf als volgt: ‘This documentary-drama hybrid reveals how social media is reprogramming civilization with tech experts sounding the alarm on their own creations.’

De basis van het verdienmodel is gebruikers zo lang mogelijk vasthouden en zoveel mogelijk (inclusief reclame) te laten zien. ‘If you’re not paying for the product, you are the product.’

De verschillende platforms hebben invloed op wat we kopen, wat we lezen, maar ook op onze meningen en standpunten en zelfs op wie we stemmen. De (mede)ontwikkelaars luiden in deze documentaire de noodklok.


Globalisering
Grenzen vervagen, communicatie is mondiaal, veel mensen reizen de wereld over en nieuws vanuit de hele wereld bereikt ons dagelijks.

Individualisering
Mensen komen steeds meer als los individu in de samenleving te staan. Eigen ontwikkeling en ontplooiing worden belangrijker, maar sociale cohesie en vanzelfsprekende zorg voor de ander nemen af.

Flexibilisering van de arbeidsmarkt
Dit zet de komende jaren door. Werknemers zullen vaker van baan en/of van sector wisselen waarin zij werkzaam zijn (Turkenburg & Vogels, 2017). 


World Economic Forum (2020) agendeerde de absolute noodzaak tot massale om- en bijscholing van mensen om relevant te kunnen blijven op de arbeidsmarkt. Onderzoek laat zien dat we in 2030 meer dan 1 miljard mensen moeten bij- en omscholen. Dat betreft deels de invulling van nieuwe banen, maar ook de veranderende inhoud van bestaande banen. Naar schatting zal de komende twee jaar 42% van de inhoud van bestaande banen veranderen en zullen er 133 miljoen nieuwe banen bijkomen als gevolg van technologische ontwikkelingen. Het coronavirus maakt omscholingsvragen alleen maar actueler.


Deze ontwikkelingen stellen eisen aan de werknemers en burgers van de toekomst. Welke vaardigheden zijn straks – en nu al – onmisbaar?

21ste-eeuwse vaardigheden

Intuïtief denken mensen onmiddellijk aan digitale vaardigheden als het om vaardigheden van de 21ste eeuw gaat. Maar daarnaast zijn bijvoorbeeld ook de aard van samenwerkingsvaardigheden anders in de 21ste eeuw: we werken tegenwoordig meer in teamverband en gaan om met mensen met andere normen, waarden en achtergronden. Kritisch denken staat tegenwoordig meer in het licht van het vormen van een eigen mening op basis van allerlei informatiestromen die ons bereiken en waarvan betrouwbaarheid in het geding is. Christoffels en Baay (2016) hebben op basis van uitgebreid (literatuur)onderzoek de 21ste-eeuwse vaardigheden verdeeld in vier clusters1 (zie figuur 1):

  • Digitale vaardigheden, zoals instrumentele vaardigheden, digitale informatievaardigheden en mediawijsheid zijn noodzakelijk om met de opkomst van ICT informatie te verwerken en problemen op te lossen met gebruik van digitale middelen, zoals apparaten, applicaties en netwerken (OECD, 2015).
  • Denkvaardigheden betreffen kritisch denken, probleemoplossend vermogen en creativiteit. Banen met een routinematig karakter zullen worden overgenomen door robots en computers, terwijl banen met menselijk contact behouden zullen blijven. Bij deze banen komt meer nadruk te liggen op creativiteit en het vinden van nieuwe oplossingen (Van der Molen & Kirschner, 2017). Ook in de ‘participatiesamenleving’ wordt van burgers verwacht dat ze meer een beroep doen op hun denkvaardigheden. Mensen moeten meer organiseren en zelf problemen oplossen.
  • Interpersoonlijke vaardigheden, zoals communiceren, samenwerken en sociale en culturele vaardigheden worden belangrijker in onze diverse netwerksamenleving.
  • Intrapersoonlijke vaardigheden zijn leren leren, zelfregulatie en ondernemendheid. Het toenemend aantal baanwisselingen en het belang van een leven lang leren (zie hiervoor ook meerdere artikelen op www.volwassenenleren.nl) vraagt dat mensen zichzelf blijven ontwikkelen en hiervoor de verantwoordelijkheid nemen (Onderwijsraad, 2014).

Figuur 1: De vaardigheden voor de 21ste eeuw. Bron: Christoffels & Baay, 2016.

21ste-eeuwse vaardigheden belangrijk voor iedereen

Hoewel 21ste-eeuwse vaardigheden vaak genoemd worden in het kader van school en beroep, zijn ze belangrijk voor iedereen. De wereld is groot geworden; tegelijk is die met een muisklik dichtbij te halen. Dat heeft consequenties voor maatschappelijke verhoudingen en doet een beroep op bijvoorbeeld sociale en culturele vaardigheden. Gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld kunnen voor onrust zorgen in de eigen achtertuin. Ook zorgt globalisering ervoor dat we leven in een maatschappij met een toenemende sociale en culturele diversiteit en dat de maakindustrie verdwijnt naar lagelonenlanden. Een goed ontwikkeld probleemoplossend vermogen en een zekere mate van creativiteit en ondernemendheid komt daarin van pas. Van burgers wordt verwacht dat ze mondig, geïnformeerd en zelfstandig zijn en zelf verantwoordelijkheid nemen om zich staande te houden in de maatschappij, wat iets vraagt van ons communicatief en samenwerkend vermogen.

Technologische innovaties veranderen de wereld ook buiten het werk en zijn daarmee relevant voor alle burgers. De digitale economie groeit harder dan de traditionele economie. ICT is de aanjager van innovatie in de volle breedte van het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid (De Vries & Strijker, 2017). Zo doen we tegenwoordig digitaal belastingaangifte en hebben we te maken met gerobotiseerde klantenservices. Kortom, de ontwikkelingen gaan harder dan soms bij te houden is en dat doet een appèl op ons. Een appèl op ons als persoon, als burger en met name op ons lerend vermogen.

21ste-eeuwse vaardigheden in het onderwijs

De onderwijsaandacht voor 21ste-eeuwse vaardigheden is in ontwikkeling. In 2017 onderzochten we de 21ste-eeuwse vaardigheden in het onderwijs voor de sector Zorg & Welzijn. Uit dat onderzoek bleek dat de interpersoonlijke vaardigheden het belangrijkst werden gevonden en dat de digitale vaardigheden de minste onderwijsaandacht kregen (Baay & Van Toly, 2017). We zien dat het afhankelijk is van de sector op welke vaardigheden de nadruk ligt, wat vanuit beroepskwalificatie logisch lijkt, maar wat ons betreft een te eenzijdige benadering vormt. Daarnaast zien we dat vaardigheden veelal passief en impliciet aan bod komen in het onderwijs. Dat wil zeggen dat studenten nauwelijks bewust (expliciet) en actief bezig zijn met het ontwikkelen van en reflecteren op de vaardigheden. Bij steeds meer onderwijsinstellingen groeit de wens voor een actieve, expliciete en geïntegreerde aanpak. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van KOMPAS21, waarin 13 mbo-instellingen met het expertisecentrum beroepsonderwijs (ECBO) optrekken in de gezamenlijke ontwikkeling van een reflectie-instrument en dialoogspel2.

Vaardigheidsontwikkeling: verleiden om te leren

Ook het vormgeven van vaardigheidsontwikkeling voor volwassenen is work in progress. Onderzoek laat zien dat mensen die om- of bijscholing het meest nodig hebben, beperkt worden bereikt. Bijvoorbeeld omdat ze het belang nog niet zien of ervaren, tevreden zijn met wat ze hebben, het te veel tijd of geld kost, denken dat ze het niet kunnen of omdat ze in het verleden negatieve leerervaringen hebben gehad (onder andere Grijpstra et al., 2019). Iemands leergedrag en kennisontwikkeling is hoger als interpersoonlijke vaardigheden, taalvaardigheden en probleemoplossend vermogen belangrijk zijn voor het werk (De Grip et al., 2018). Dit geldt zowel voor cursusdeelname (formeel leren) als voor informeel leren op de werkvloer (leren van taken die men uitvoert op werk). Vraag is hoe we een grotere groep, reeds werkenden en ook niet-werkenden, kunnen verleiden te gaan leren?

Gericht op formeel leren ligt een belangrijke taak bij onderwijsinstellingen om niet-leerplichtige volwassenen modules aan te bieden, die nog specifieker inspelen op de gevraagde competenties in de maatschappelijke en beroepscontext. Vanuit de arbeidsmarkt is vraag naar deze (onderwijs)ontwikkeling. Dit vraagt flexibilisering en modularisering van het onderwijs. Steeds meer instellingen ontwikkelen aanbod voor niet-leerplichtige volwassenen, een trend waarin ook aandacht voor 21ste-eeuwse vaardigheden explicieter zal worden. Het zou mooi zijn als zowel de arbeidsmarkt als overheidsinstanties een actievere rol gaan spelen in de (h)erkenning van deze vaardigheden, zodat ook een extrinsieke factor werkenden en niet-werkenden kan stimuleren om dergelijk onderwijs te volgen.

Gericht op informeel leren adviseren De Grip et al. (2018) om leeropbrengsten te valideren. De erkenning, waardering en validering vraagt goede instrumenten, waarmee zicht wordt gekregen op de vaardigheden die volwassenen hebben en zouden kunnen ontwikkelen. Deze meer expliciete waardering voor leeropbrengsten en leerpotentieel vanuit hun eigen praktijken brengt het perspectief om volwassenen bewuster van en enthousiaster voor reflectie, leren en ontwikkelen te maken.

Veel van de huidige initiatieven op het gebied van leren zijn gericht op werkende volwassenen. De ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden vraagt (juist) ook aandacht bij volwassenen die niet (meer) in het arbeidsproces staan. Ook na hun werkzame leven moeten mensen – gemiddeld nog 20 jaar – kritisch, verantwoordelijk en mondig zijn. Echte aandacht op beleidsniveau voor de ontwikkeling van de 21ste-eeuwse vaardigheden van niet-werkenden ontberen we nog maar is noodzakelijk, in het belang van henzelf en van een goed functionerende samenleving.

Tot slot: een pedagogische kijk

Biesta (2018) waarschuwt voor het risico dat de vaardigheden vooral gezien worden als ‘aanpassingsvaardigheden’. Vaardigheden om vooral mee te bewegen met de arbeidsmarkt en ontwikkelingen in de samenleving, waarbij we ons niet afvragen óf we wel moeten meebewegen. Hier komen we op het gebied van persoonsvorming, waarbij aandacht gaat naar de manier waarop iemand zijn vaardigheden inzet en mogelijk ook een keus maakt om iets niet in te zetten. Ieder individu kunnen we als subject zien, die op een eigen gekozen manier omgaat met de (keuze)vrijheid die hij heeft. Op een volwassen manier in de wereld staan vraagt meer dan alleen hoog scoren op vaardigheden. Vaardigheidsontwikkeling en persoonsvorming dienen hand in hand te gaan.

© volwassenenleren.nl (2020)

Biografie

Pieter Baay richt zijn sociologische en creatieve blik op de maatschappelijke, vormende kant van het mbo. Hij weet het onderzoekend en creatief vermogen bij zichzelf en anderen aan te wakkeren en zo innovatieprocessen te doorgronden en stimuleren. Pieter combineert werkzaamheden voor Onderwijs124, expertisecentrum beroepsonderwijs (ECBO) en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU).

Joeri Baarda heeft een achtergrond als onderwijskundige en docent lichamelijke opvoeding. Het liefst brengt hij mensen in beweging tot het overdenken en ontwerpen van ‘goed’ onderwijs. Dit deed hij eerder bij ROC TOP in Amsterdam, als adviseur bij CINOP en nu als docent aan de lerarenopleidingen van de Hogeschool Utrecht met een focus op beroepsvaardigheden, pedagogisch-didactisch handelen en curriculumontwikkeling.

“Leren helpt om onszelf, de ander en de wereld beter te begrijpen.
Met (een leven lang) leren ontwikkelen burgers en werknemers vaardigheden en de wil om een eigentijdse bijdrage te leveren in, en aan een veranderende arbeidsmarkt en samenleving.”

Voetnoten

1. Zie voor een korte toelichting op de vier clusters en een korte beschrijving per vaardigheid: SLO (2014). Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader. Enschede: SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling).
2. Zie ook www.kompas21.nl.

Referenties

Baay, P., Hofland, A., Klaeijsen, A., & De Hoo, M. (2019). KOMPAS21: Een schets van de reis en ervaringen tot nu toe. ’s-Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Baay, P., & Van Toly, R. (2017). 21ste-eeuwse vaardigheden in het curriculum van ROC Friese Poort Zorg en Welzijn. ‘s-Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Biesta, G. (2018). Persoonsvorming in het onderwijs: over vorming-van-personen en vorming-tot-persoon-willen-zijn. In Geerdink, G., & De Beer, (2018). Kennisbasis voor Lerarenopleiders, katern 6: Vorming in de lerarenopleiding. Breda: VELON. Opgehaald van http://www.lerarenopleider.nl, pp. 21-34

Christoffels, I., & Baay, P. (2016). De toekomst begint vandaag: 21ste-eeuwse vaardigheden in het beroepsonderwijs. ’s-Hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Frey, C. & Osborne, M. (2013). Future of Employment. Oxford: Oxford University.

Frey, C. B., & Osborne, M. A. (2017). The future of employment: How susceptible are jobs to computerisation? Technological Forecasting and Social Change, 114, 254-280.

Grijpstra, D., Bolle, H., & Driessen, T. (2019). Belemmeringen Leven Lang Ontwikkelen. Zoetermeer: Panteia.

De Grip, A., Belfi, B., Fouarge, D., Künn, A., Peeters, T., & Poulissen, D. (2018). Levenslang leren en competentieontwikkeling: Beleidsrapport. ROA. ROA Reports, Nr. 008.

OECD. (2015). Adults, Computers and Problem Solving: What’s the Problem?, OECD Skills Studies. Paris: OECD Publishing.

Onderwijsraad (2014). Een eigentijds curriculum. Advies. Den Haag: Onderwijsraad.

Rotmans, J. (2014). Verandering van tijdperk: Nederland kantelt. Boxtel: Aeneas.

SER (2015). Hoe leren wij in de toekomst? Verslag van de SER-dialoogbijeenkomsten over leren in de toekomst. Den Haag: Sociaal-Economische Raad.

SLO (2014). Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader. Enschede: SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling).

Turkenburg, M., & Vogels, R. (2017). Beroep op het mbo. Betrokkenen over de responsiviteit van het middelbaar beroepsonderwijs. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

De Vries, H., & Strijker, A. (2017). Curriculum en ICT. “Vertalen we de snelheid en invloed van de zich ontwikkelende technologie snel genoeg naar het curriculum?” In E. Folmer, A. Koopmans-van Noorel, & W. Kuiper (red.), Curriculumspiegel 2017. Enschede: SLO.

Walma van der Molen, J., & Kirschner, P. A. (2017). Met de juiste vaardigheden de arbeidsmarkt op. Nederlandse Stichting voor Psychotechniek.

WEF (2016). The Future of Jobs: Employment, Skills and Workforce Strategy for the Fourth Industrial Revolution. Geneva: World Economic Forum.

World Economic Forum. (2020, oktober). The future of jobs report 2020. Geneva: World Economic Forum.

WRR (2013). Naar een lerende economie: investeren in het verdienvermogen van Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press.