Visuele geletterdheid: “Kijken is zoeken en zien is gevonden hebben.”

In een eerder artikel op deze site, Spiegelend leren, was er aandacht voor wat wij leren over onszelf als we kijken naar en ons verdiepen in kunst en wat kunst zegt over de ontwikkeling van mensen en de mensheid. Kijken lijkt een ‘vanzelfsprekende’ vaardigheid te zijn. Is dat zo? Wat is kijken eigenlijk, hoe doen we dat en kunnen we dit leren?
De analyse van ‘het kijken’ in dit artikel is gebaseerd op een gesprek met Frans Oosterhof, kunstenaar, als docent lang verbonden aan de academie in Enschede en oprichter van de afdeling Beeld en taal aan de Rietveldacademie in Amsterdam.

Taal is een belangrijk vak in het onderwijs. We leren vanzelf en spelenderwijs in onze prille jeugd de taal van onze ouders, van de omgeving waarin we leven. (1) Op school verdiepen wij onze kennis van de taal door de aandacht voor de structuur van taal en leren we de schooltaal, de taal van de boeken die ons wijzer maken over de wereld. Met taal maken we ons kenbaar aan anderen en kunnen we onze ideeën , verwachtingen en ervaringen expliciteren. Taal is communicatie.

Maar we communiceren niet alleen met taal, we communiceren ook met gebaren, mimiek en met beelden. Wat we daar expliciet in leren, heeft vaak te maken met de functie van beeld (vermaken, overtuigen, informeren en dergelijke) en met een (kritische) maatschappijvisie: welke belangen en ideeën zitten er achter het beeld. (2)

Beeld – in de ruimste zin van het woord – is hèt communicatiemiddel van reclamemensen, kunstenaars, filmmakers, fotografen en choreografen. Ze bedienen zich daarbij van eigen technieken en voeren ons mee in wat zij zien en/of willen dat wij zien.

Frans Oosterhof:
“Beeld is taal.”

In de visie van Frans Oosterhof maakt de kunstenaar zichtbaar wat hij heeft gezien en draagt hij over wat hij heeft gezien; deze overdracht is het belangrijkste van het kunstwerk. Ieder beeld is ‘bemiddeld’: een getekend landschap is een ‘bemiddeld’ landschap, een vertaling van een landschap, bemiddeld door de kunstenaar die de techniek zodanig gebruikt dat deze gaat praten.

Kijken

De vraag is: hoe leren wij de taal van beelden? Volgens Frans is dit een kwestie van echt kijken. Hijzelf was als kind totaal verliefd op kijken en tekende alles wat los en vast zat. Maar voor de meeste van ons geldt dat we leren woorden te geven aan wat we zien als we klein zijn, zoals ‘dit is een vogel, dit is gras’, en dat de woorden later de beelden verdringen.
We hebben het kijken verleerd.

Frans heeft de volgden drie observaties:

1. Op zoek naar het verhaal

Frans: “Mensen hebben het altijd over wat het beeld voorstelt, nooit over het beeld zelf.” Als we kijken, hebben we vaak geen aandacht voor wat we zien, geen aandacht voor hoe het is gemaakt, geen aandacht voor de constructie. We zijn eigenlijk op zoek naar ‘het verhaal’. Maar de kunstenaar brengt juist met zijn techniek het beeld tot leven, de techniek zorgt voor de overdracht van het beeld. Denk aan het gebruik van het materiaal, de vorm, de kleur, het gebruik van licht, de ruimtelijkheid, de compositie, de textuur. Om beelden te kunnen ‘lezen’ zouden we dus veel meer moeten weten en veel meer moeten spreken over het ambachtelijke aspect van het kunstwerk.

2. De toelichting stuurt

Frans: “Als je in een museum loopt, hangen er kaartjes bij de kunstwerken met een titel, soms met een korte toelichting. Die tekst gaat bijna altijd over wat er is afgebeeld, niet over hoe het is afgebeeld. Dit bepaalt ons kijken.” Het effect is dat we niet meer bezig zijn met kijken, maar proberen in het beeld te zien wat er op het kaartje staat aangegeven. Dit geldt ook voor de audiotours die je in veel musea kunt doen. Het is altijd leuk om te weten wat er wordt verteld, je ziet soms dingen die je anders niet zou zien, maar echt kijken leer je niet, je leert zien wat anderen zien, niet wat je zelf ziet. (3)

“In het werk Plaatsbepaling (1994) van Frans Oosterhof zien we een open plek in een dicht bos. Een jong koppel houdt elkaars hand vast; een auto staat half verborgen achter een boom. Verspreid over de afbeelding lezen we zes woorden: the meeting, the border, the picnic, the trap, the farewel en the rope. Iedere ‘titel’ geeft de afbeelding een andere lading. We bewegen onze blik over de verschillende woorden en herinterpreteren wat we zien. Moeiteloos leggen we nieuwe verbanden tussen het beeld en de woorden. Telkens weer worden we uitgenodigd om onze ‘lezing’ van het werk aan te passen.”
Overgenomen uit: Tobias Servaas, Plaatsbepaling.

3. Vluchtig

Frans: “Iedereen kent en herkent het NS-logo onmiddellijk, maar weinigen kunnen dit precies uit het hoofd natekenen.” We kijken vluchtig en nemen te weinig tijd om echt te kijken naar hoe het beeld in elkaar steekt en ons te realiseren wat we zien. Om goed te kijken moet je nieuwsgierig zijn, je mening weten uit te stellen. “Kijken is zoeken en zien is gevonden hebben.”

Oefeningen in kijken

Leren kijken

Natuurlijk kunnen wij ons kijken verbeteren. Dat lukt als we de tijd nemen om echt te kijken, ook naar de compositie, de kleur, het formaat, het materiaal, de techniek. Dat lukt als we niet naar het verhaal of de betekenis zoeken en het idee loslaten dat een beeld iets moet voorstellen en dat we er een mening over moeten hebben.

Als je de vaardigheden mist om te kijken, is het lastig om plezier te beleven aan beelden. Beeld is niet alleen het terrein van de kunsten en de kunstenaar, maar van ons allemaal. Maar de aandacht voor het leren kijken is toch vooral gekoppeld aan het terrein van de kunst.

De vraag waarom mensen zoveel afstand voelen tot kunst, houdt de kunsteducatiegemoederen al langer bezig. Duidelijk is dat een benadering die uitgaat van het doceren van stijlen en perioden in de kunst, dus aandragen ‘wat mensen moeten weten en moeten zien’, voor veel van ons niet de manier is om die afstand te verkleinen. Het zoeken is naar een benadering die mensen en kunstwerken juist dichter bij elkaar brengt. Mensen zelf laten kijken en praten over wat ze zien, lijkt de sleutel tot beter leren kijken en meer plezier. Dat kan op verschillende manieren.

Frans Oosterhof:
“Een minimale ingreep die je op het verkeerde been zet, nodigt uit om beter te kijken.”

Art Based Learning

Op een aantal middelbare scholen krijgen leerlingen kunstonderwijs met de methodiek Art Based Learning (ABL), ontwikkeld door Jeroen Lutters. Het idee is dat leerlingen kunst kunnen gebruiken voor een prangende levensvraag. De methodiek bestaat uit vier stappen. In de eerste stap stellen leerlingen zichzelf individueel een vraag, die echt belangrijk voor hen is. Deze vraag schrijven zij op. Bij de tweede stap kiezen zij intuïtief een kunstwerk uit. Dit kan een schilderij zijn, een alinea uit een boek, een foto, een sculptuur. Hier kijken zij 15 minuten lang naar. Zij mogen niet nadenken maar slurpen op wat er binnenkomt: wat zie je, gebeurt er, voel je? De volgende 15 minuten, stap drie, laten zij hun fantasie los op dit schilderij en mogen zij er een heel eigen verhaal bij of van maken. In stap vier verlaten zij hun fantasiewereld en bespreken zij hun ervaringen met de andere leerlingen. (Rass, 2016).

Visual Thinking Strategies

Een andere manier is Visual Thinking Strategies (VTS), die veel breder wordt ingezet dan in musea en op scholen. (4) VTS gebeurt in groepen (kinderen, jongeren en volwassenen) onder begeleiding van een facilitator. Deze brengt – bij een beeld waar iedereen naar kijkt – het gesprek op gang met drie vragen ‘die in beton zijn gegoten’:

  1. Wat gebeurt er? Dat is vragen naar de interpretatie.
  2. Waaraan zie je dat? Hier wordt de interpretatie concreet gemaakt, waar anderen op kunnen reageren.
  3. Wat kun je nog meer ontdekken? Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet.

De communicatie verloopt via de facilitator. Hij is neutraal, oordeelt niet, stuurt niet en waardeert ieders inbreng even veel. Hij parafraseert wat anderen zeggen, om zo de ander te helpen verwoorden en te preciseren. Als iemand reageert, kijken de anderen mee naar wat hij ziet en waaraan hij dat ziet. Iedereen doet zo mee, van het één komt het ander.

Als er genoeg over het werk is gezegd, kan de facilitator de uitingen op een hoger plan tillen, bijvoorbeeld door te zeggen ‘je noemt rood en geel, je zegt dus iets over de kleuren’. Hij kan de verschillende perspectieven naast elkaar leggen, bijvoorbeeld ‘jullie zijn het eens over … /jullie denken anders over… ’

Het doel van VTS is leren kijken, zonder meteen te oordelen, kritisch denken te stimuleren en visuele geletterdheid te versterken. In de groep komt daar nog de waarde van met elkaar in gesprek gaan en ruimte voor andere zienswijzen bij. Het is onder andere ook door deze ‘opbrengst’ van leren kijken, dat de methode ook wordt gebruikt om vastgelopen teams weer op gang te helpen en vooroordelen te slechten.

Het antwoord op de vraag ‘kunnen we kijken leren?’ is ja. We kunnen het leren op verschillende manieren. Door onszelf vragen te stellen en kijkopdrachten te geven. Door gesprekken aan te gaan met anderen over wat we zien en vooral door onze oordelen opzij te zetten en ruimte te geven aan onze eigen kijkervaringen en die van anderen; ons kijken kan zelfs bijdragen aan meer begrip.

© volwassenenleren.nl (2020)

Voetnoten

1. Zie het artikel op deze site van Karijn Helsloot. www.volwassenenleren.nl/talen-en-talen-leren-grenzeloos-begrensd
2. Zie ook grootmeester John Berger op deze site: www.volwassenenleren.nl/berger-ways-of-seeing
3. Zie ook het artikel van Tobias Servaas in: Wijsgerig perspectief, jaargang 59, nummer 4: www.filosofie.nl/nl/artikel/51499/plaatsbepaling.html.
4. Philipe Yenawine, directeur van het Moma in New York, merkte dat van de cultuureducatie niets bleef hangen. Samen met ontwikkelingspsychologe Abigail Housen heeft hij deze methode ontwikkeld. Zie Yenawine, P. (2013). Visual Thinking Strategies, Using Art to Deepen Learning Across School Disciplines. Harvard Educational Publishing Group. Zie ook: www.vtsnederland.org

Referenties

Blok, C. (2007). Beeldvertalen. De werking en interpretatie van visuele beelden. Amsterdam: University Press.

Housen, A. (1999). Eye of the beholder: Research, Theory and Practice Presented at the conference of ‘Aesthetic and Art Education: a Transdisciplinary Approach’, sponsored by the Calouste Gulbenkian Foundation, Service of Education, September 27-29, 1999, Lisbon, Portugal. Bolinas: Visual Thinking Strategies.

Lambregts, L. (1973). Extra gegeven. Amsterdam: De Harmonie.

Rass, A. (2016). Art Based Learning. Verrassende ervaringen van cultuurprofielscholen. Retrieved 20-03-2020. https://kernvakckv.nl/handige-sites-en-publicatie/artikelartbasedlearning.pdf.

Servaas, T. (1994). Plaatsbepaling. Wijsgerig perspectief, 59 (4), 44- 45.